Cookie beleid TOS-Actief

De website van TOS-Actief is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Selecteren bij jongste jeugd "onzin"!

Selecteren bij jongste jeugd "onzin"!

12 mei 2016 21:30


Rapport: Wat is talent? Hoe herken je talent?

 Jonge voetballertjes scouten is onverstandig en onzinnig; talentherkenning en -ontwikkeling moet op de schop

Ik zag laatst een aantal voetbalscouts staan bij een F-wedstrijdje. Het is te gek voor woorden dat Nederlandse profclubs nog steeds hele jonge kinderen scouten. 

 

Voetbal is een open skill sport. Dat betekent dat veel vaardigheden (o.a. techniek, inzicht, kracht, snelheid, motoriek, mentaliteit, besluitvorming) zich steeds moeten aanpassen aan een veranderende omgeving (o.a. medespelers, tegenstanders, ruimtes, bal). Al die variabelen maken het ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk om een voorspelling te doen bij 7 en 8 jarigen over wie er over 10 jaar de beste voetballer is. Het gaat immers om kinderen die nog niet in de pubertijd zitten en waarvan de ontwikkeling op veel gebieden nog een groot vraagteken is.

 

 Open skill vs closed skill sporten

 

Bovendien zoeken scouts in Nederland (en veel andere landen) nog altijd veel te vaak naar jongens die qua prestatie nu boven hun leeftijdsgenoten uitsteken en niet naar jongens die de potentie hebben om later de top te halen. Daarmee duikelen de scouts en de betaald voetbalclubs als beginners in alle valkuilen die er maar zijn in talentherkenning.

Vroegrijpe jongens zijn in het voordeel. Ze zijn sterker, winnen meer duels, kunnen harder schieten, kunnen harder lopen en kunnen het conditioneel langer volhouden. Geen wonder dat ze opvallen.

 

Zo houden scouts/trainers/clubs en clubs anno 2016 nog steeds veel te weinig rekening met het leeftijdseffect, of de jongens vroegrijpers of laatrijpers zijn en of ze de groeispurt al dan niet hebben gehad. In het hockey en tennis zijn ze al veel verder hierin, maar het voetbal doet gewoon of de neus bloedt.  Zoals er nu vaak gescout wordt, zo kan iedereen het. Daar is geen enkele vaardigheid voor nodig. Iedereen kan zien wie het beste is op een voetbalveld. Wie het beste gaat worden, daar draait het om. Talent fluistert bijna altijd, de schreeuwende talenten zijn de uitzonderingen.

 

Het leeftijdseffect: Jongens die in januari, februari en maart worden geboren worden 5x zo vaak gescout dan jongens uit de laatste maanden van het jaar. Omdat ze groter en sterker zijn. Dat heeft niets met voetbaltalent te maken.

 

Bovendien is het algemeen bekend dat talent zich grillig ontwikkelt en niet lineair. Prestaties van nu zijn geen enkele indicatie voor later. Sterker nog, uit vele wetenschappelijke onderzoeken (o.a van Brouwers en Martindale) is gebleken dat sporters die als junior/pupil tot de besten behoorden, maar al te vaak hele middelmatige senioren werden en dat de sub-toppers uit de jeugd de wereldtoppers van nu zijn geworden.

 

Ter verduidelijking vier voorbeelden hiervan:

 ¦Van alle jongetjes die PSV de afgelopen 10 jaar zelf al in de F en E heeft gescout heeft 1 jongetje het 1ste elftal gehaald: Jorrit Hendriks. Dat betekent dat de scouts er in 99% van de gevallen naast hebben gezeten.

 ¦Uit een Australisch onderzoek onder 256 topsporters kwam naar voren dat slechts 7% vroeger ook altijd tot de besten behoorde. En dat maar liefst 84% als kind niet werd gescout en/of vaak niet in het hoogste team speelde. Zij kwamen via een omweg aan de top.

 ¦Uit een onderzoek van Elsevier (Dromen in Duigen) blijktk dat slechts 4,5% van de jeugdspelers uit de jeugdopleidingen van Betaald Voetbal Organisaties het eerste elftal heeft gehaald. Dat wil nog niet zeggen dat zij uitgroeiden tot vaste basiskrachten. ADO Den Haag, FC Groningen/Cambuur, NEC/FC Oss, FC Utrecht en Willem II/RKC, leverden samen in vier jaar amper tien volwaardige profvoetballers af. De KNVB heeft vanwege deze slechte resultaten de opzet van de jeugdopleidingen in 2014 voor de zoveelste keer omgegooid. De Jeugdopleidingen zijn nu onderverdeeld in 4 klassen: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal.

 ¦In Duitsland hebben ze het hele talentidentificatie en ontwikkelingstraject op de schop gegooid na de afgang op het EK van 2000. Toen kwam de DFB er ook achter dat meer dan de helft van de spelers die in ‘die Mannschaft’ speelde, op hun 16e nog steeds niet waren gescout door een topteam. Ze zijn zich gaan afvragen hoe het mogelijk was dat scouts die jongens over het hoofd hebben gezien? Want deze spelers hadden veel beter opgeleid kunnen worden…

 

Als al die experts er zo ontzettend vaak naast zitten, waarom blijven ze dan hele jonge kinderen scouten en selecteren?

 

In het Nederlandse voetbal geldt nog steeds de opvatting dat je al heel vroeg moet beginnen met specialiseren en opleiden. Dat komt omdat de KNVB (lees de mening technisch manager van de KNVB Jelle Goes hierover) nog steeds de oren laat hangen naar het 10.000 uren trainingsmodel van Ericsson én omdat clubs bang zijn dat als ze niet vroeg beginnen met het selecteren van talent een andere club ermee aan de haal gaat.

 

KNVB hamert op 10.000 uur training

 

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat die 10.000 uur trainen om de top te halen niet waar is. Top-pianisten hebben 20.000 tot 25.000 uur nodig , hockeyers hebben aan 5.000 à 6.000 uur trainen al genoeg en voetballers komen niet uit boven 6.000 à 8.000 uur uit.

 

Visie van het NOC *NSF op talentherkenning en talentontwikkeling

 

Het barst van de sporters die een topper werden met de helft of zelfs minder. En het barst van de talenten die 15.000 of meer uur trainden en waar niemand ooit nog van gehoord heeft. Dat komt overeen met andere onderzoeken o.a van de NOC*NSF waarin staat dat een talentontwikkeling van 5-8 jaar genoeg is en dus niet 10 jaar of langer moet duren.

 

Intensief trainen op jonge leeftijd is niet nodig en onverstandig

 

Verder hebben wetenschappers aangetoond dat intensief trainen tussen het 6e en 12e jaar de kans niet vergroot op een carrière als profvoetballer. Zo vroeg al specialiseren is niet nodig voor de voetbalsport, maar meer geschikt voor een sport als turnen en kunstrijden. Zo jong al kiezen voor 1 sport (het specialiseren) wordt zelfs afgeraden. Reden voor het IOC  om daar met een statement over te komen.

 

Uit studies blijkt dat het veel beter is als een kind zich op die jonge leeftijd bezig houdt met meerdere sporten. Dat komt de mentaliteit, beweeglijkheid, motoriek en motivatie vaak ten goede.  Kinderen die zich al vroeg (laten) specialiseren en dus van jongs af aan gedurende lange tijd heel intensief trainen, hebben bovendien kans om later te maken te krijgen met blessures, motivatie-problemen, sociale-problemen, burn-out, depressiviteit en stress.

 

In Duitsland scouten ze geen hele jonge kinderen meer

 

In Duitsland zijn ze al jaren geleden gestopt met het scouten van kinderen onder de 11 jaar. Zo kan ook een goede talentidentificatie plaatsvinden die normaal gesproken tussen de 2 en 5 jaar duurt.  Ze vinden het belangrijk dat jonge kinderen goed worden opgeleid binnen hun eigen club en vooral binnen hun eigen vertrouwde omgeving.

 

Profclubs stationeren daarom hun trainers part-time bij amateurclubs. Deze trainers moeten minimaal het UEFA B-diploma (TC II) hebben en de kinderen krijgen niet meer dan 2x in de week training om fysieke en emotionele overbelasting te voorkomen.

 

Het verhaal van de aanpak van de Zweedse IJshockeybond levert ook interessante informatie op. In Zweden was het ijshockey begin 2000 zo goed als dood. Zweden onder 20 jaar stond zelfs op het punt om voor het eerst in de geschiedenis te degraderen tijdens het WK van 2003. Vanaf dat jaar zijn de Zweden het helemaal anders gaan doen. Ze hebben zich de vraag gesteld wat er zou gebeuren met het onderwijssysteem, de leerlingen en de maatschappij als leraren geen diploma meer nodig hadden om les te geven… Sindsdien krijgen Zweedse ijshockeyers training bij hun eigen club van een professionele trainer en niet meer van amateurs.

 

Verder worden talenten niet meer heel vroeg, maar pas na hun 16e gescout, omdat er dan pas met grote mate van zekerheid gezegd kan worden wie wel en niet goed genoeg is om prof te worden.  Bovendien zijn ze erachter gekomen dat vroeg scouten, ook vroeg uitsluiten inhoudt. En vaak zitten in die buitengesloten groep heel veel talenten die zich later pas ontwikkelen.

 

Het gevolg: maar liefst 1% van ALLE Zweedse ijshockeyers schopt het nu tot prof. Dat percentage is 10x hoger dan van een ijshockeyland als Canada. Bovendien  verhuizen heel veel Zweedse spelers naar het walhalla van het ijshockey, de NHL Maar liefst 10% van alle spelers in de NHL is ondertussen Zweed. Sinds de Zweden de aanpak hebben veranderd, barst het niet alleen van het talent, maar behoort het Zweedse ijshockeyteam (inclusief jong Zweden) al weer jaren tot de wereldtop. In navolging hebben de Finnen en Denen het Zweedse model nu met succes gekopieerd.

 

Talent selecteren houdt ook in dat (groter) talent automatisch wordt buitengesloten

 

Het op jonge leeftijd al selecteren van talenten door profclubs, zoals dat in Nederland nog steeds gebeurt, heeft nog een enorm groot nadeel:  het betekent ook dat  talent buitengesloten wordt.

 

Door het subjectieve en onzekere oordeel van een scout of trainer wordt ook een hele grote groep met talenten niet geselecteerd. Zij zijn overgeleverd aan de toevalligheden van het amateurvoetbal. Vaak krijgen dit soort jongens training van amateurtrainers (vaak vaders) met of zonder diploma, die helemaal niet geschikt zijn om training te geven. Zo ontwikkelt zich er een selffulfilling prophecy voor beide groepen.

 

De voorspelling dat de profclub-talenten beter zijn komt na een aantal jaren uit doordat zij betere mogelijkheden, faciliteiten en trainers ter beschikking hebben gehad. Uit een onderzoek van Ward & Williams bleek dat de betere techniek van 8-jarige gescoute ‘top’-voetballers het resultaat was van de 200 uur aan kwaliteitstraining en -coaching die zij hadden gekregen en niet door hun genetische superioriteit (talent).

 

Uit een rapport van het IOC blijkt dat een dergelijk systeem tot gevolg kan hebben dat talentvolle kinderen, die nog niet opvallen in de vroege levensjaren, verder achterop raken doordat zij minder ondersteuning ondervinden en mogelijk kampen met negatieve emoties. Potentiële toppers kunnen zo voorgoed verloren gaan voor het Nederlandse profvoetbal.

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!